Zoals te zien, is er in de tabel ook aangegeven welke ziekteverschijnselen de dieren kunnen vertonen als er een gebrek is aan een bepaald mineraal.

Verder is het belangrijk dat alle vitaminen aanwezig zijn. De vitaminen A, B, C, D, E en K.

Genoeg eiwitten is ook erg belangrijk natuurlijk. Zo is een goede eiwitbron een product van soja bijvoorbeeld. Sojaproducten hebben veel aminozuren, zijn goed verteerbaar en bovendien erg smakelijk.

Zetmeel is ook nog een onderdeel dat natuurlijk belangrijk is in de basisbehoeften van het varkensvoer. Gerst, maïs en tarwe zijn goede zetmeelbronnen. Toch is er nog wel degelijk verschil tussen deze 3 bronnen.

- Gerst; eiwitarm, minder energierijk en heeft een lagere voedingsopname. Er moet echter wel een extra enzym aan toegevoegd worden in verband met de slechte vertering van niet-zetmeelpolysachariden.

- Maïs; de hoogste voederwaarde en de hoogste energieopname

- Tarwe; Hoge voederwaarde, hoge energieopname maar er moet een extra enzym aan toegevoegd worden in verband met de slechte vertering van niet-zetmeelpolysachariden.

Onverzadigde vetzuren zijn ook erg belangrijk. Goed verteerbare vetbronnen zijn kokosvet, palmpitvet en melkvet.

Berekenen voer

Hoeveel voer een varken nodig heeft, hangt af van het gewicht van het dier. Er zijn een paar berekeningen voor.

 - Energiewaarde : energiewaarde per kg voer = het kg voer dat je moet geven.

De energiewaarde wordt uitgedrukt in KJ of Kcal.

- Als een varken nog maar tot 50 kg weegt. Dan pak je 4% van het totale gewicht, dit is dan het aantal kg dat je moet voeren.

- Als een varken meer dan 50 kg weegt. Dan moet je 2 kg + 2% van het gewicht boven de 50 kg pakken. Een voorbeeld om het te verduidelijken gaat als volgt. Een varken weegt 70 kg. Dan doe je dus 2 + 2% van 20 kg. Dan wordt de uitkomst daarvan het aantal kg dat een varken moet krijgen.

Twee keer per dag voeren is het fijnste voor de dieren, dan zit er regelmaat in en kunnen ze zich erop aanpassen. Natuurlijk mag het altijd zelf besloten worden alleen moet er dan wel voor gezorgd worden dat het aantal kg voer niet meer wordt.

Wat mag niet en wat mag soms?

Wat niet mag is gebaseerd op de reden dat het niet gezond is en het dier alleen maar dikker wordt door het geven van dit voer. Dit zijn onder andere rauwe aardappelen, aardappelschillen, zoetigheden, friet en alcohol. Die laatste zijn vrij logisch neem ik aan.

Wat mag heel soms?: Fruit, zoals druiven, appels en rozijnen (de rest van het fruit natuurlijk ook), kippengraan, dit is zelfs erg goed voor de darmen, voederbiet en groenten als tomaat, wortel, witloof, paddenstoel, bloemkool en ga zo maar verder.